Menu Sluiten

Werkplan werkgroep Samenwerking

Opmerking voorafgaand aan het werkplan: uitwerking van twee verwoordingen ‘zorgverleners’ en ‘verwijzers’. Onderstaande verwoordingen worden gehanteerd het werkplan. Hiervoor is gekozen om het werkplan bondig te houden.

BEGRIPPENLIJST

*zorgverleners:

artsen, oncologieverpleegkundigen, diëtisten, ergotherapeuten, fysiotherapeuten, psychologen werkzaam in de 1e, 2e, 3e lijn.

**verwijzers:

artsen, oncologieverpleegkundigen bevoegd om in opdracht van arts te mogen verwijzen.

Aanvullend:

  • Eerstelijnszorgverleners: werkzaam in zelfstandige praktijken (eerstelijnspraktijken) en thuiszorgorganisaties.
  • Tweedelijnszorgverleners: werkzaam in perifere ziekenhuizen.
  • Derdelijnszorgverleners: werkzaam in de verpleeghuizen en revalidatiecentra, academische ziekenhuizen en gespecialiseerde centra (bijvoorbeeld AvL).

PROBLEEM

  1. Zorgverleners kennen elkaar niet: een goede sociale kaart ontbreekt van zorgverleners* die zich bezig houden met oncologische zorg.
  2. De zorgverleners* zijn niet op de hoogte van elkaars kennis en kunde/ expertise op oncologisch gebied, hierdoor ontbreekt er ook een bepaald vertrouwen om door te verwijzen. Vertrouwen is de basis van goede samenwerking: hierdoor wordt vaak door artsen en oncologieverpleegkundigen niet of veel te laat doorverwezen naar hulpverleners (= ergotherapeuten, fysiotherapeuten, diëtisten) in de 1e lijn. De artsen en/of oncologieverpleegkundigen zijn niet bekend met de expertise en de ervaring van de hulpverleners (ergotherapeuten, fysiotherapeuten en diëtisten) uit de 1e lijn op het gebied van oncologie. Veel hulpverleners (ergotherapeuten, fysiotherapeuten en diëtisten) in de 1e lijn krijgen door hun eigen netwerk patiënten op het spreekuur. Echter er zijn weinig verwijzingen uit regionale netwerken/registers waar de diëtist, ergotherapeut, fysiotherapeut geregistreerd staat.
  3. Zorgverlener* werkt nog te veel solistisch. Er wordt door verwijzer niet of (te) laat doorverwezen naar een andere zorgverlener*. Vragen/ opmerkingen hierbij zijn:
    • Wanneer schakel je als zorgverlener elkaars hulp in? (Denk aan een ergotherapeut die een behandeling is gestart, maar hulpvraag van patiënt heeft veel raakvlakken met het expertisegebied van de fysiotherapeut: Wanneer is een patiënt beter op zijn plek bij fysiotherapeut dan ergotherapeut?)
    • Wordt de medische problematiek en de hulpvraag van de patiënt goed in kaart gebracht door zorgverlener (fysiotherapeut/ergotherapeut/diëtist) en beschikt de zorgverlener (bijvoorbeeld fysiotherapeut/ergotherapeut/diëtist) over alle informatie die van belang is om de patiënt goed in kaart te brengen?
    • Welke zorgbehoefte/behoefte aan begeleiding van de zorgverlener (bijvoorbeeld fysiotherapeut/ ergotherapeut/ diëtist) heeft de patiënt?
  4. Er is geen eenduidige manier van overdragen door zorgverleners van en naar diverse lijnen. Bijvoorbeeld: 3e naar 1e lijn, 2e naar 3e lijn, 2e naar 1e lijn. Vragen/ opmerkingen hierbij zijn:
    • Wat is een eenduidige manier van overdragen?
    • Wat wordt verstaan onder het begrip ‘eenduidige overdracht’?
    • Hoe draag je als zorgverlener* de patiënt over? Enkel schriftelijk of heb je als zorgverlener* ook mondeling contact met andere zorgverlener? Welke medische gegevens heb je als zorgverlener (bijvoorbeeld fysiotherapeut /ergotherapeut/diëtist) in de eerste lijn nodig bij het ontvangen van een overdracht van een andere zorgverlener uit een andere lijn (bijvoorbeeld uit ziekenhuis/ revalidatiecentrum/ oncologisch centrum) of van een verwijzer?
    • Zet de patiënt en zijn hulpvraag centraal, d.w.z. zorg dat de patiënt bij de juiste zorgverlener (bijvoorbeeld fysiotherapeut ergotherapeut/diëtist) terecht komt.
    • Hoe bepaal je als zorgverlener/verwijzer* dat een patiënt naar een andere zorgverlener* wordt overgedragen of is uitbehandeld?
  5. Met name hulpverleners* in de 1e lijn zetten zich te weinig op de kaart bij andere hulpverleners* en verwijzers ** in de 1e, 2e en 3e lijn: hulpverleners in de 1e lijn zijn vooral bezig met behandelen en hebben/nemen te weinig tijd om zichzelf als zorgverlener* te promoten bij andere zorgverleners in de 1e, 2e en 3e lijn.
  6. Er zijn verschillende systemen om met digitaal en veilig elkaar te communiceren. Kan er één systeem gekozen worden om met elkaar te communiceren? Indien dit niet het geval is; kan er een advies afgegeven worden door het netwerk voor een voorkeurssysteem van communicatie. Hierbij ook rekening houdend met privacywetgeving die op 25 mei 2018 van kracht is gegaan en het verplicht is om middels een beveiligd kanaal te communiceren. Een communicatiemiddel wat door het overgrote deel van de zorgverleners* (ook onder huisartsen) met name in de 1e lijn wordt gebruikt is Zorgmail. Zorgmail is ook toegankelijk voor zorgverleners* die geen abonnement hebben op zorgmail. Zij kunnen middels een toegangscode toegang krijgen tot zorgmail en in een beveiligde omgeving patiëntgegevens/ overdrachten ontvangen.

DOELEN

KENNIS

Zorgverleners* worden door elkaar geïnformeerd middels informatie vanuit het netwerk wat elkaars expertise is, wanneer zorgverleners naar elkaar kunnen overdragen/verwijzen .
Hoe verder is aan de werkgroep Kwaliteit en/of in samenwerking met de werkgroep Kwaliteit.(Dit doel moet verder uitgewerkt worden tijdens netwerkbijeenkomsten).
(Kennisdoel omvat probleem 2,3,5 en deels probleem 1)

COMMUNICATIEMIDDELEN

Per zorgverlener/specialisme wordt een eenduidige manier van overdragen ontwikkeld/ afgesproken.
Hiermee wordt bedoeld dat er per specialisme (bijvoorbeeld ergotherapeuten/diëtisten/ fysiotherapeuten) wordt afgesproken welke manieren van overdracht wenselijk (per fax/per email via beveiligd systeem/per brief) is en welke patiëntinformatie minimaal aanwezig moet zijn in de overdracht. Is er behoefte om een specifiek overdrachtsformulier te ontwikkelen? Of bestaat dat al?

Sommige specialismen in regio Amsterdam zijn hier al druk mee bezig of hebben hier in het verleden afspraken over gemaakt.

O.a. onder de diëtisten in Amsterdam zijn er afspraken gemaakt welke (medische) gegevens er noodzakelijk en wenselijk zijn bij overdracht. Er is zelfs een overdrachtsformulier ontwikkeld wat in de meeste gevallen wordt gebruikt door diëtisten bij overdracht. Dit doel moet verder uitgewerkt worden in de netwerkbijeenkomsten.

HOUDING

Zorgverleners* zijn gemotiveerd om deel te nemen aan het multidisciplinaire netwerk en hebben een actieve houding/rol binnen het netwerk.

GEDRAG

  • Verwijzers** verwijzen patiënten naar zorgverleners* die actief lid zijn van het netwerk.
  • Zorgverleners* verwijzen patiënten /dragen patiënten over naar mede zorgverleners naar de diverse lijnen, maar ook binnen de diverse lijnen. (Denk aan eerstelijns ergotherapeut naar eerstelijns fysiotherapeut, maar ook bijvoorbeeld overdracht van zorgverlener* van ziekenhuis naar eerstelijnspraktijk, overdracht van eerstelijnspraktijk naar ziekenhuis, van eerstelijnspraktijk naar verpleeghuis/revalidatiecentrum, overdracht van ziekenhuis naar verpleeghuis/revalidatiecentrum, overdracht van verpleeghuis/revalidatiecentrum naar eerstelijnspraktijk).

RESULTAAT

KENNIS

In kwartaal Q4 2019 zijn zorgverleners/verwijzers/stakeholders door elkaar geïnformeerd wat elkaars expertise is, dit is door informatie beschikbaar vanuit het netwerk. O.a. instapvoorwaarden per specialisme voor het netwerk bevat informatie omtrent de vereiste kennis en kunde van de zorgverlener* per specialisme. (instapvoorwaarden is rol/taak voor werkgroep Kwaliteit).

Middels netwerkbijeenkomsten informeren zorgverleners* van verschillende specialismen elkaar wat de expertise is per specialisme (taak werkgroep Kwaliteit/Communicatie). Bijvoorbeeld een fysiotherapeut informeert verwijzers** en andere zorgverleners* omtrent zijn/haar expertise en behandelmogelijkheden op het gebied van oncologische behandeling/revalidatie. Hiermee wordt de kennis vergroot bij de zorgverlener/verwijzer* en kan er door zorgverlener/verwijzer* eerder doorverwezen worden naar andere zorgverlener*.

COMMUNICATIEMIDDELEN

In kwartaal Q4 2019 is er een sociale kaart van de Amsterdamse zorgverleners* gespecialiseerd in het behandelen van oncologische patiënten/cliënten ontwikkeld in samenwerking met leden van het netwerk. Mogelijk kan er kan gebruik gemaakt worden van reeds bestaande verwijsgidsen of reeds bestaande gegevens van netwerken per zorgverlener/specialisme.

Dit wordt verder uitgewerkt tijdens de bijeenkomsten. Het gaat te ver om de voorbereidingsgroepen dit te laten realiseren.

HOUDING

In 2019 wordt een korte enquête via SurveyMonkey uitgevoerd onder

  • a) de leden en
  • b) de stakeholders/ zorgverleners van het netwerk

om te onderzoek of beide doelgroepen positief zijn over het netwerk(bron: werkplan werkgroep Communicatie en PR)

GEDRAG

In 2019 wordt een korte enquête via SurveyMonkey uitgevoerd onder

  • a) de leden en
  • b) de stakeholders van het netwerk

om te onderzoek of, en in welke mate zij patiënten verwijzen naar (een lid van) het netwerk.(bron: werkplan werkgroep Communicatie en PR).